Insectosec 15 kg
Uitsluitend voor professioneel gebruik!
Diatomeeënaarde bestaat uit de skeletjes van afgestorven kieselwieren/algen (Diatomeeën). Deze skeletjes bestaan uit siliciumoxide (= zand) en hebben voor insecten scherpe randjes. De afgestorven Diatomeeën hebben in duizenden jaren in zoet- en zoutwater enorme sediment pakketten gevormd. De diatomeeënaarde bestaat uit zoetwater diatomeeën uit Midden-Amerika. Het gaat hierbij om een zeer fijn, wit poeder met een zeer sterk schurend-, vocht- en vetonttrekkend vermogen. Zodra een insect in contact komt met het poeder, zet het zich af op de huid en bewerkt het de vochtbeschermende laag was/vetlaag. Deze wordt dunner door de schurende werking en de insecten drogen uit. Deze specifieke eigenschappen zorgen voor een uniek product in de ongediertebestrijding waarbij geen resistentie opbouw mogelijk is. Het product is geurloos en laat een eenvoudig te reinigen wit residu achter. Er zijn veel verschillende soorten Diatomeeënaarde in de handel, maar een beperkt aantal heeft daadwerkelijk een goede biocide werking. InsectoSec is een van de meest effectieve soorten Diatomeeënaarde.
De werkzame stof Diatomeeënaarde is goedgekeurd in Artikel 95(1) van de Biocide Verordening Nr. 528/2012.
Toepassing:
InsectoSec kan als poeder over oppervlakken verstuift worden, het kan elektrostatisch aangebracht worden of verdunt worden met water (spuitapplicatie).
Breng het poeder aan op de loopwegen en schuilplaatsen van de vogelmijten.
InsectoSec kan in zowel in lege als in volle stallen gebruikt worden. Door de witte kleur van het residu is eenvoudig vast te stellen of er nog voldoende product aanwezig is.
De behandeling kan zoveel als nodig herhaald worden. InsectoSec kan ook met water verdunt worden.
Spuittoepassing:
verdun 1,5 kg InsectoSec met 10 ltr water. Eventueel aanwezige filters in de spuitapparatuur dienen verwijderd te worden om verstopping te voorkomen. Spuit op een afstand van ca. 20 cm over de te behandelen plekken. Laat geen plek onbehandeld. Laat wit residu achter. Controleer na 2 dagen of een nieuwe behandeling noodzakelijk is. Indien de vogelmijten in grote aantallen aanwezig zijn dan lopen de mijten over de reeds gedode vogelmijten heen om zo contact met het poeder te vermijden. Zorg voor een goede monitoring en herbehandeling (spot-on).
Droge toepassing:
25 - 50 gram InsectoSec per 1 m² oppervlak.
Opmerking:
InsectoSec is een langzaam werkend middel. Het kan afhankelijk van de omstandigheden enkele dagen duren voordat de plaag bestreden is.
Gebruiksaanwijzingen:
Succesvolle bestrijding van de vogelmijt begint direct bij aanvang van een nieuwe ronde. Indien er vogelmijten gemonitord worden dan dient de behandeling zo snel mogelijk te starten, zodat de vogelmijten niet de kans krijgen tot opbouw van een grote en nog moeilijker te bestrijden populatie. De warmte bij aanvang van een nieuwe ronde activeert de bloedluis en dit zorgt dan voor een maximaal succes van de bestrijding. Zodra de temperatuur in een stal daalt dan zullen de vogelmijten zich diep gaan verschuilen, waardoor ze zeer moeilijk te bestrijden zijn.
Nadat een stal gereinigd en goed gedroogd is kan InsectoSec preventief aangebracht worden door een dunne laag aan te brengen (ca. 25 gram/m²). Behandel vooral de schuilplaatsen zorgvuldig. Met deze aanpak kan een nieuwe ronde gedurende 2-3 maanden nagenoeg vrij van vogelmijten blijven.
Indien de vogelmijten zichtbaar (o.a. trossen) aanwezig zijn, dan dient ook nu de gehele stal behandeld te worden (ca. 50 gram/m²). Behandel de schuilplaatsen zorgvuldig en herhaal de behandeling desnoods om de paar dagen op de plekken waar de vogelmijten nog actief zijn (spot-on applicatie).
Onderdrukken van de populatiegroei
De groei van een populatie vogelmijten kan onderdrukt worden door het toepassen van de volgende maatregelen:
| √ | Onderdrukken van de populatiegroei tijdens een legronde |
| Dagelijks mest afvoeren opmerking 1 | |
| Staltemperatuur onder de 19 °C houden opmerking 2 | |
| Maandelijks stof weg halen/ zuigen en het reinigen en weghalen van mestkoeken van de eierbe-schermplaten en de beschermplaten van de beluchting opmerking 3 | |
| Toedienen van silica/diatomeeënaarde opmerking 4 | |
| Zeep en/of groene zeep met spiritus opmerking 5 | |
| Q-perch opmerking 6 | |
| Zeep en/of groene zeep met spiritus opmerking 5 | |
| Etherische oliën (aantrekkelijke en afstotende (!))opmerking 7 | |
| Natuurlijke vijanden (roofmijten) opmerking 8 |
Opmerking 1:
Vogelmijten klimmen elke 2-3 dagen gedurende een half uur tot een uur op de kip om bloed te tappen. In het donker kun je (met een zaklamp) zien hoe de vogelmijt in het systeem en op de hennen lopen. Bij lagere besmettingen zal de hen van irritatie schudden. Met het schudden vallen ook de vogelmijten naar beneden, onder andere op de mestband. Met het afvoeren van mest, voer je dus ook vogelmijten af. Wil je weten hoeveel vogelmijten er in/op de mest zitten? Neem dan een hersluitbare diepvrieszak. Vul de diepvrieszak voor maximaal 1/5 met mest (niet in de mest knijpen). Zet de zak op de koude grond (zodat de kippen er niet bij kunnen) en bekijk na een dag hoeveel vogelmijten er bo-venin de zak zitten. Kortom: mest afvoeren = vogelmijten afvoeren.
Opmerking 2:
Verlaging van de temperatuur in legpluimveestallen vertraagt de levenscyclus en daarmee de populatiegroei van vogelmijt. Onderzoek in de respiratiecellen, heeft uitgewezen dat een graad Cel-sius verlaging de Metaboliseerbare Energie behoefte van een hen verhoogt met 8,54 KJ. Bij een energie-gehalte van het voer van 11.8 MJ/kg komt dit overeen met 0,7 gram extra voer.
Als je de temperatuur naar 19 oC verlaagt (2 graden onder de gewenste 21 oC) dan kost dat ca. 1,5 tot 2 gram meer voer per dag per hen. Weegt dit op tegen meer onrust/energieverbruik door bloedluizen? Van Emous et al. (2005) heeft berekend dat een vogelmijtbesmetting 4 gram extra voer per dag kost omdat extra bloed moet worden aangemaakt. Anderzijds hebben zij op basis van enquêteresultaten ingeschat dat een ernstige besmetting 2 gram voer/hen/dag kost. Het zou dus eventueel uit kunnen. Zeker gezien de additionele gevolgen van een vogelmijt-besmetting zoals meer pikkerij, een lagere immuniteit of stress. Het bijko-mend voordeel van het laag houden van de vogelmijtpopulatie is dat dan ook de kosten van maatregelen vermeden of beperkt kunnen worden. Een nadeel van lagere temperaturen is dat er dan vaker gezond-heidsafwijkingen bij de leghen eventueel zouden kunnen voorkomen.
Opmerking 3:
Waarschijnlijk onderschatten pluimveehouders het effect van stofzuigen en verwijderen van stof op de groei van de vogelmijtpopulatie. Hoewel de effecten tijdelijk zijn, zorgen deze maatrege-len wel voor een afname van het aantal vogelmijten. Met het verwijderen van stof, verwijder je ook vo-gelmijt en vogelmijteieren en daarmee verklein je de vogelmijtpopulatie.
Opmerking 4:
Silica/diatomeeënaarde is een product dat nu nog is toegelaten via de RUB-regeling (Staatscourant van 20 juni 2018: 'Mededeling toepassingen die vermeld stonden op de lijst van de Rege-ling Uitzondering Bestrijdingsmiddelen (RUB)’). Silica/diatomeeënaarde wordt in het huisvestingsysteem gebracht als poeder, of als vloeibare oplossing opgebracht op het huisvestingssysteem. De vogelmijten die met deze stof in aanraking komen beschadigen waarschijnlijk de beschermlaag van hun schild waar-door vocht verdampt en de vogelmijt uitdroogt en sterft. Daarnaast kan silica/diatomeeënaarde waar-schijnlijk tussen de pootdelen komen waardoor het bewegen van de vogelmijt wordt belemmerd.
Opmerking 5:
Helaas is hierover nog geen onderzoek gepubliceerd. In de praktijk wordt het al wel toege-past. Vermoedelijk raken de ademhalingsporiën dicht door de groene zeep waardoor de vogelmijt sterft. Wettelijk is een dergelijke behandeling niet toegestaan om vogelmijt te bestrijden omdat het niet geregi-streerd is. Wettelijk mag het huisvestingsysteem wel worden gereinigd met een groene-zeepoplossing.
Opmerking 6:
De Q-perch (Vencomatic) is een speciaal ontworpen zitstok waarmee vogelmijten gedood worden op hun route naar de kippen. Een laagvermogen spanning, waarmee de kippen niet in aanraking kunnen komen, doodt de vogelmijt.
Opmerking 7:
Hoewel met etherische oliën (spray oplossingen) de vogelmijten gestuurd lijken te kunnen worden naar zichtbare plaatsen en uit gaatjes en kiertjes gehouden kunnen worden, is niet bekend hoe, of hoe goed dergelijke producten werken in een praktijkstal. Etherische oliën kunnen daarnaast ook een dodende werking hebben. De hoogste effectiviteit wordt verwacht als de vogelmijten hongerig zijn. Het kan dus effectief zijn tijdens de leegstand. Houdt er dan rekening mee dat etherische oliën ook effect kunnen hebben op andere organismen (roofmijten, tempexkevers). Hoge concentraties kunnen zelfs kip-pen doden. Bepaalde kruiden kunnen ook leiden tot depressieve kippen. Controleer voor gebruik of de middelen wettelijk zijn toegestaan en voorkom daarmee schadelijke neveneffecten.
Opmerking 8:
Natuurlijke vijanden zoals roofmijten, piepschuimkevers of spinnen bestrijden de vogelmij-ten door ze op te eten. Voor het bestrijden van vogelmijten kan men gebruik maken van een aantal roof-mijten waaronder de Androlaelaps casalis, Stratiolaelaps scimitus en de Hypoaspis aculeifer. De ene roof-mijt pakt een ei, of een ander stadium van de vogelmijt, steekt de snuit erin en zuigt er lichaamsvloei-stoffen uit. De vogelmijt is gewond, raakt daardoor nog meer lichaamsvloeistoffen kwijt en gaat dood. Een andere roofmijt eet het ei of (een gedeelte van) en vogelmijt op. Een roofmijt kan een jager zijn die achter de vogelmijt aan jaagt, of wacht totdat de prooi langsloopt. Iedere roofmijt heeft een voorkeur voor een andere omgeving. Veelal zijn de roofmijten zogenaamde bodemmijten die aanwezig zijn in en op de bodem waardoor het slechte klimmers zijn. Het klimaat in de leghennenstallen is meestal niet ide-aal voor een roofmijt. Ook kunnen ze op de mestband belanden en daarmee uit de stal worden afgevoerd.
- Vanaf 5 stuks: € 117,98 € 97,50
- Vanaf 32 stuks: € 111,93 € 92,50
- Vanaf 64 stuks: € 105,88 € 87,50
| Artikelnummer | 2018 |
|---|---|
| BTW | 21% |
| Inhoud verpakking | 15 kg |
| Dosering | spuittoepassing: 1,5 kg per 10 liter water, droge toepassing: 25 - 50 gram InsectoSec per 1 m² oppervlak. |
| Registratienummer | RUB-aanvraagnummer 20180400 |
| Toediening | Zie omschrijving. |

